donderdag 20 september 2007

Geen feest in Marokko

De verkiezingen in Marokko waren geen feest van de democratie. De kiezers bleven massaal weg of brachten een ongeldige stem uit, als protest tegen de verkalkte politieke kaste. Die belooft veel maar doet uiteindelijk niks, was de algemene klacht. Ook de Parti de la Justice et du Développement (PJD), Marokko’s moslimpartij, wist bij lange na niet de in peilingen voorspelde overwinning te behalen.

Het verlies van de officiële moslimpartij wijst er nog niet op dat de politieke islam in het land een halt is toegeroepen. Het betekent alleen dat de teleurstelling in het politieke stelsel moeilijker valt te traceren. Een onbekend deel van de stemmen zou zijn gegaan naar de verboden moslimbeweging Al Adl Wal Ihsan, die het liefst een islamitische republiek zou stichten volgens principes die veel radicaler zijn dan die van hun geloofsbroeders van de PJD. Het brede ongenoegen voedt ook de salafistische terreurgroepen die sinds kort onder de vlag van Al-Qaeda de Maghreb onveilig maken. De PJD, die ten minste heeft bewezen dat zij de democratische spelregels accepteert en haar aanhang in een gematigd vaarwater houdt, is dan verreweg te prefereren.

De kiezersboycot is een alarmsignaal dat het proces van democratisering onder het bewind van Mohammed VI stagneert. Sinds hij negen jaar geleden aan de macht is gekomen, heeft de jonge koning een frisse wind door het land doen waaien. Politieke ballingen mochten terugkeren, de pers kreeg meer vrijheid, de staatsterreur van de ‘Jaren van Lood’ werd door een mensenrechtencommissie onder de loep gelegd. De vrouw kreeg een meer gelijkwaardige positie binnen het islamitische familierecht.

De koning worstelt echter met het dilemma van de meeste moslimlanden: meer democratie is vereist, maar de politieke islam profiteert er als eerste van. Angst voor dat effect is echter een slechte raadgever, zo bleek.

Alles aan deze verkiezingen rammelde: het tijdstip werd zo ongunstig mogelijk gekozen, aan het eind van de vakantie, vlak voor de ramadan. De kiesdistricten werden soms ongelijk heringedeeld om de PJD dwars te zitten. En de koning liet vlak voor de campagne weten dat er niets zou veranderen aan zijn eigen, centrale machtspositie. Wat is dan nog het nut van verkiezingen? De hoofdredacteur van twee onafhankelijke weekbladen die de vorst wat al te amicaal deze vraag stelde, werd prompt vervolgd voor majesteitschennis.

Hun massale wegblijven wijst er op dat de Marokkaanse kiezers niet naïef zijn. De vertrouwenscrisis tussen burger en het politieke systeem vereist een dubbele aanpak. De verkalkte politieke partijen moeten zich verjongen en met geloofwaardige initiatieven komen. De conservatief nationalistische Istiqlal-partij heeft door haar overwinning bewezen dat te kunnen. En de grondwet dient te worden gewijzigd om parlement en regering meer beslissingsmacht te geven. Alleen dan kan Marokko voortgaan op de weg die het zo hoopvol is ingeslagen, zodat de stabiliteit van het land ook op langere termijn is gewaarborgd.

De nieuwe premier van Marokko

Abbas El Fassi, de leider van de Marokkaanse seculiere partij Istiqlal, is door koning Mohammed VI officieel benoemd als de nieuwe premier. Dat heeft het staatspersbureau MAP woensdag gemeld. Het conservatieve Istiqlal kwam verrassend als winnaar uit de bus bij de eerder deze maand gehouden algemene verkiezingen.

El Fassi neemt de plaats in van Driss Jettou, die sinds 2002 het premierschap bekleedde. Hij zal naar verwachting ook diens koers voortzetten, die gekenmerkt wordt door een nauw bondgenootschap met de Verenigde Staten en de promotie van toerisme en privatiseringen.

donderdag 23 augustus 2007

‘Gouden gids’ met Marokkaanse ondernemers

In 1997 telde Nederland nog 1800 Marokkaanse bedrijven, vandaag de dag staat de teller op circa 6800. De jonge ondernemer Hassan Hajji (23) zag daar een gat in de markt in. BusinessMaroc is de eerste Marokkaanse ondernemersgids van Nederland én Europa.

beeld/2007/08/Ciano_MD-gebouw.jpg - Ciano MD

Met als voorbeeld de Turkse Ondernemersgids Webisrehberi begon Hassan Hajji met het verzamelen van bedrijven voor de eerste Marokkaanse ‘Gouden Gids’. Hajji, zelf ondernemer, hij heeft een marketinbedrijf, vertelt over zijn initiatief. “Een van mijn klanten is Turks. Ik merkte dat Turkse ondernemers elkaar goed kennen. Elkaar kennen is goed voor je netwerk. Ik ging op zoek of er ook zoiets bestond voor Marokkaanse ondernemers. Eigenlijk meer uit nieuwsgierigheid, maar er bleek niets te bestaan!”
Hoewel Hajji tot dan toe weinig te maken had gehad met Marokkaanse ondernemers besloot hij uit betrokkenheid toch een dergelijke gids te maken. “Het was heel veel werk. We kregen via via veel adressen binnen. Maar waar vooral het werk in zat, was het controleren en verifiëren van de adressen. Het kwam regelmatig voor dat de gegevens niet meer klopten; het bedrijf bestond niet meer of was verhuisd.” De bedrijvengids bevat nu ruim 1000 ondernemingen. De top 3 van type bedrijven die in de gids voorkomen, wordt gevormd door restaurants, kapperzaken en slagers.

BusinessMaroc verschijnt in een oplage van 35.000 exemplaren en is gratis te verkrijgen. BusinessMaroc wordt bekostigd door inkomsten uit advertenties in de gids. Tot verbazing van Hajji bleken zowel autochtone als Marokkaanse bedrijven geïnteresseerd te zijn in het plaatsen van advertenties in de gids. “De prijzen zijn nogal scherp. Maar Nederlandse bedrijven en organisaties willen deze groep ook vinden en Marokkaanse bedrijven beseffen ook dat advertenteren nodig is. BusinessMaroc zal zowel particulieren als ondernemingen de mogelijkheid bieden om het zakelijke netwerk te vergroten.”

Netwerken is belangrijk als ondernemer, is de overtuiging van Hajji. In dat verband organiseert Hajji met ondernemers elke derde woensdag van de maand de Business Development Meetings. “Het is een manier om te netwerken en kennis uit te wisselen. De plek wisselt omdat het meestal bij een bedrijf is.”
De tweede editie van BusinessMaroc staat gepland op februari 2008, maar dan staan er 3500 bedrijven in vermeld.

Marokkanen zijn grote acteurs

In Marokko handelt alles om de goede naam, maar in het verborgene gebeurt van alles dat niet mag – vooral op het gebied van seks. Iedereen weet het, maar niemand spreekt erover, zegt de Frans-Marokkaanse schrijver Abdellah Taïa, die een openhartig boek schreef over zijn homoseksualiteit.

’Marokko is een seksueel land.’ Abdellah Taïa beaamt het volmondig. „Ik ben erdoor gefascineerd. De Marokkaan houdt ervan seks te hebben en vlees te eten. Heel primair, dat mag ik wel.”

Hij kent de blikken, het commentaar, de nauwverholen uitnodigingen op de Marokkaanse straat. De 34-jarige Marokkaanse Fransman windt er in zijn zojuist in het Nederlands uitgegeven boek ’Broederliefde’ geen doekjes om:

’Vandaag de dag was er in Marokko maar één ding dat werkte, seks, seks, seks, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. (...) Seks, zei hij, is de belangrijkste grondstof van dit land, zijn schat, zijn toeristische hoofdattractie.’

Aan het woord is een jonge Marokkaan in Tanger, die hoopt via een toerist uit ’dit vreselijke land’ te vertrekken. De juiste vrouw vond hij niet, dus is hij overgegaan op mannen.

„Ja, en dan de prostitutie...” verzucht de schrijver, tussen de boeken in een Amsterdams hotel. Hij signaleert een toename van de prostitutie in Marokko, vooral door de armoede. „Je hebt geen idee... zelfs in de kleine dorpen.” Is het dan vreemd dat zoveel jongeren azen op een ander leven in Europa? Maar ook het toerisme speelt een rol. De overheid stimuleert dat, maar Taïa vreest dat het zijn land niet in positieve zin zal veranderen.

Abdellah Taïa’s fraai geschreven, autobiografische roman gaat over een jonge Marokkaan die via de gevoelens voor zijn grote broer zijn homoseksualiteit ontdekt. Met de warme lichamelijkheid van het gezin waarin hij opgroeide tekent Taïa een maatschappij die overloopt van seks. „Ja, er is altijd seks”, beaamt hij. „Soms goed, soms slecht. Goed, zoals in onze familie, de aantrekkingskracht tussen mensen die in één huis woonden. Maar we kenden ook veel vrouwen die prostituee waren. Dat intrigeert me, we wisten het, maar verdrongen het.”

Toen hij onlangs in Cairo was werd hij geconfronteerd met het beeld dat in het buitenland over de Marokkaanse vrouw leeft. „De taxichauffeurs prezen ze. Het imago van onze vrouwen is dat ze goed in seks zijn, maar dan wel alsof ze allemaal prostituee zijn.”

In een poging het te verklaren gaat Taïa terug naar zijn jeugd, in de voorstad Sale van Rabat. Onder koning Hassan II was politiek alleen nog mogelijk vanuit de moskee. De helft van de Marokkanen leerde lezen noch schrijven, „opdat we niet zouden nadenken.” Taïa woonde vlak bij de populaire sjeik Jassin, wiens invloed onder gewone, analfabete Marokkanen groot was. Niemand wist precies wat de islam was, het geloof werd doorspekt met bijgeloof over djinns (geesten) en heiligen. Zijn oude wijk is nu een broeinest van islamisten.

De invloed hiervan op het dagelijks leven was groot. „Er is altijd iemand die je op de vingers tikt: ’Denk aan wat je familie zal zeggen, wat God ervan vindt...’ Dat geeft structuur, je vindt het in de gezinnen, in de moskee...” Voor arme mensen die geen werk hebben, geen studie, is dat belangrijk, stelt hij. „Vooral voor mannen, zonder werk. Want als man hoor je overdag niet thuis te zijn, je moet roken, seks hebben.”

Maar een goede naam, een goed imago, is onontbeerlijk. Marokkanen zijn daarom kampioenen in toneelspelen, lacht Taïa. Ze doen van alles dat volgens de geldende normen niet hoort, maar verbergen dat, onder een keurige djelabba, een onberispelijk imago. „Dat is vreemd en fascinerend: alle Marokkanen weten dat ze er niet over moeten praten, ze doen het stiekem en genieten ervan. Het zijn allemaal grote acteurs.”

Die sterke seksualiteit lijkt in tegenstelling met de scheiding van de seksen, zoals die de praktijk is in Marokko. „Daarin is het logisch dat een man die geen seks kan hebben met een vrouw, dat met een man kan hebben”, stelt Taïa vast. „We hebben allemaal seksuele behoeften, en het is gezond die regelmatig te bevredigen om frustratie te voorkomen. Misschien is dat wel de verklaring voor wat ik heb gezien in mijn jeugd. Dat was een soort Woodstock, en tegelijkertijd was het een taboe.”

Net zo’n taboe is zijn eigen homoseksualiteit. In zijn boek geeft een jonge Marokkaan aan dat hij alleen met buitenlandse mannen slaapt. Want deed hij het met Marokkanen, dan zou hij doorgaan voor een zamel, homo. Je mag het dan doen met mannen, maar uiteindelijk moet een man kiezen voor de vrouw, is de onuitgesproken regel.

Taïa’s familie hoorde pas van zijn homoseksualiteit door zijn boek, en een verhaal in het Marokkaanse tijdschrift Telquel. Zelf had hij het niet kunnen opbrengen ze erover te vertellen. „Ik wist wat er kwam: ’Je verloochent de islam, je bent geen Marokkaan meer...’ Ik wist dat ze mijn redenen niet wilden horen.”

Geroerd herinnert hij zich dan het telefoongesprek van vijf minuten dat hij daarna in Parijs met zijn moeder had. „Ik kon niet meer terug, ik vertelde wat ik werkelijk ben. Ze huilde. Ik huilde... Ze is analfabeet, ik stuitte op al die taboes en ik schaamde me. Vanwege hun waarden. Ik begreep haar, ze is een moeder, ze wil het beste voor me.”

Maar het probleem is, zegt hij, dat het bij al die zorg niet om jezelf gaat, maar om je goede naam. „Er is altijd iemand die zich met je bemoeit, voor jouw bestwil. Niet voor een baan of zo, maar om je immateriële leven, voor het paradijs. Je kunt er niet aan ontsnappen, het is verstikkend.”

Zo verstikkend, dat hij zich als jongen verloor in de wereld van de film. Hij noemt de cinema zijn ’trein naar de vrijheid’. „In Marokko is het begrijp vrijheid, al-hurria, leeg. Het is zo vaak herhaald dat het niets meer betekent. Ik moest dat gat vullen met de cinema.”

Hij studeerde Franse literatuur om daar te komen, en schrijft nu naast zijn romans scenario’s voor Franse films. Maar ook al woont hij in Parijs, Marokko beheerst zijn leven. Dat land heeft hem gevormd, en blijft hem inspireren. „Ik zie dat het echte Marokko waarin ik leefde, voor velen niet meer bestaat. Ik wil dat het bestaat, in mijn boeken. Ik wil dat het mysterieuze, seksuele Marokko een plaats heeft in de literatuur.” Hij geeft volmondig toe dat het nogal pretentieus is. „Michel Foucault zegt dat we altijd spreken vanuit één plek. Ik zal altijd spreken vanuit deze plek, die tot nu toe geen rol had in de literatuur.”

’Daarnaast speelt toch ook de wens mee, een bijdrage te leveren aan de emancipatie van homo’s in Marokko. „Ik ontvang dagelijks e-mails van homo’s in Marokko, die trots op me zijn.”

Hij is de eerste die op deze manier openlijk voor zijn homoseksualiteit uitkomt. „Ik dacht aan al die homoseksuelen die niet kunnen spreken. Ik wel, omdat mijn woorden uit de literatuur komen. Ik ben niet alleen een queen die iets wil zeggen om Marokko te shockeren. Ik probeerde intelligent te zijn, want ik bepaal het imago. Ik breng iets nieuws. Daarom moet ik de waarheid vertellen. En ja, misschien ook shockeren. Dat kan nodig zijn om verandering te bereiken.”

Het boek is nog niet vertaald in het Arabisch, en daarom alleen toegankelijk voor de Franssprekende bovenlaag in zijn vaderland. Dat het goed is ontvangen, wijt hij aan het feit dat hij een taboe doorbreekt. En de minder positieve geluiden aan de kritiek die in zijn boek doorklinkt. „Als je kritiek hebt in Marokko, zeggen ze: je houdt niet van Marokko, je bent niet Marokkaans. Maar ik geloof dat als je wilt dat er iets verandert, er geen andere manier is dan kritiek te hebben.”

Marokkaanse (ingelegde) citroenen

e kunt ze soms kopen in Marokkaanse winkels of op de markt bij een kraam met Mediterrane producten: Gezouten citroenen. Maar zelf inmaken is veel leuker. Ze hebben een heel bijzondere smaak en worden vaak verwerkt in tajine's of soms zelfs ook in salades. Of bijvoorbeeld kort gestoofd in dunne reepjes samen met tuinboontjes.

De gebruikte specerijen kunnen naar eigen voorkeur variëren. Gebruik uitsluitend zeezout en geen keukenzout. Dat is echt essentieel voor het recept. De hoeveelheid is afhankelijk van de grootte van de pot. In Marokko is voor de bereiding van deze ingelegde citroenen een soort met dunne schil erg populair. Gebruik citroenen zonder waslaagje.


Ingrediënten

Ca. 12 citroenen (afhankelijk van de pot), 250-500 g zeezout, peperkorrels, 1 kaneelstokje, in stukjes, 2 laurierblaadjes, 1 theelepel korianderzaadjes


Was en droog de citroenen en snijd 8 stuks kruislings in tot ongeveer 2 cm van de onderkant (de parten moeten dus nog vast blijven zitten). Duw de uiteinden een beetje uit elkaar en vul met zout. Bestrooi de bodem van een weckpot met zeezout. Meng de rest van het zeezout met de overige specerijen. Doe enkele citroenen in de pot, bestrooi met een laagje zout en druk aan, voeg weer citroenen toe, zout enz. Pers de overige citroenen uit en schenk dit sap in de weckpot. De citroenen moeten helemaal bedekt zijn met zout en citroensap. Sluit de pot af.

De citroenen zijn na ongeveer een maand goed en wel een jaar lang houdbaar!

Michel bondscoach Marokko

RABAT - Henri Michel gaat opnieuw als bondscoach van Marokko aan de slag. De 59-jarige Fransman vervangt M'Hamed Fakhir, die wegens de matige resultaten van de nationale ploeg moet opstappen.

Een hoge official van de Marokkaanse voetbalbond bevestigde donderdagavond de rentree van Michel, die nog wel de laatste details in zijn contract moet vastleggen.

Michel was werkzaam bij de Egyptische club Zamalek. Daar legde hij onlangs zijn functie neer. Oud-international Ruud Krol, die eerder al bij Zamalek in dienst was, is zijn beoogde opvolger.

Michel leidde Marokko naar het WK in 1998 in Frankrijk. Met Ivoorkust nam de ervaren coach deel aan de eindronde van de wereldtitel in 2006 in Duitsland.

Op bezoek in hun vaderland

Ze hebben Op bezoek in hun vaderland een hekel aan de vraag: voel je je Nederlander of Marokkaan?

Naam: Fouad Laroui
Wie is dat ook alweer: econoom, ingenieur, hoogleraar en schrijver (onder meer Verbannen woorden, Kijk uit voor parachutisten, Over het islamisme), winnaar E.du Perronprijs 2002
Zegt over Marokko: “Wie zegt dat er geen vooruitgang is, kijkt niet goed.”

“Het eerste wat ik doe als ik van de boot kom in Tanger, is geuren snuiven”, zegt Fouad Laroui. “Dan loop ik een dag anoniem rond, en pas daarna ga ik op zoek naar familie. Mijn broers en zussen zie ik altijd, verder wissel ik het af. Ik heb deze maand zo’n dertig mensen gezien – dat betekent dat 1 procent van de familie happy is en 99 procent boos.” Laroui kwam jaren niet in Marokko. Voordat hij naar Nederland ging, woonde hij in Frankrijk en New York. “Tussen 1990 en 2000 had ik Marokko opgegeven.” Toen hij er in 2000 terugkwam, was hij positief verrast. “Something was happening and you don’t know what. De nieuwe koning heeft veel hervormingen doorgevoerd.” Mensen moeten niet verwachten dat Marokko van de ene op de andere dag een rijk land wordt, vindt Laroui. “Als econoom weet ik dat het minstens twee generaties kost om een land uit de armoede te liften. Er is nog steeds veel mis in Marokko. Maar je kunt niet blijven zeggen dat er geen vooruitgang is.” Marokkanen zijn ‘sabrin’ (geduldig), zegt hij. “Al weten ze niet of ze ’s avonds te eten hebben, ze gaan door met leven.” Mede door het gebrek aan sociale voorzieningen voelt Laroui in Marokko ‘de warme hand van de mensen’ tegenover het ‘koude monster van de staat’ in Nederland. “Als een oom van mij hier een zware operatie zou moeten ondergaan, zouden ik en mijn broer bijdragen. In Nederland stuur je een bloemetje, of je hoort pas na afloop dat iemand in het ziekenhuis lag. De relaties gaan via de staat; via de belasting betaal je ook voor de operatie van oom Wim.”

Marokkaanse Nederlanders beginnen voor zichzelf in Marokko

Hoogopgeleide Marokkaanse Nederlanders trekken naar het land van hun ouders om bedrijfjes op te zetten, gelokt door een groeiende economie en een gunstig investeringsklimaat. Maar hun Nederlandse mentaliteit helpt niet altijd. Ze komen er in Marokko achter dat ze ‘witter’ zijn dan ze dachten.meer

Bouchra's Blog

Welkom in mijn blog.